Elke maand komt de boekencommissie van de bibliotheek Alphen – Chaam bij elkaar om de lijsten met nieuw verschenen boeken door te nemen. Aangevuld met suggesties van trouwe bieb-bezoekers bestellen zij nieuwe boeken. Alle lezers kunnen pas verschenen boeken van hun gading vinden. De boekencommissie bestaat uit 4 personen te weten Tini van Roozendaal, Ria Verkooijen, Marianne Nugteren en Frans A. Brocatus. Elk lid van de commissie heeft zijn of haar specialiteit: Kinder- en jeugdboeken, thrillers, Nederlandstalige en vertaalde literatuur, non-fictie, reisboeken, wetenschappelijke werken...
Voor de maand mei 2021 kozen zij de volgende boeken:
Tini van Roozendaal – Inshallah Museumdirecteur in Quatar - Kees Wieringa
De schrijver, bekend als klassiek pianist en componist, krijgt in 2016 de kans om directeur te worden van het Al-Thani Museum in Quatar. Eindelijk geen gedoe meer In Nederland met allerlei subsidieregelingen en bezuinigingsmaatregelen. Sjeik Al-Thani, eigenaar van het museum, behoort tot een van de rijkste 9 families die het in het Golfstaatje voor het zeggen hebben. Het mag in ieder geval wat kosten. Het valt niet mee om te wennen aan de regels van het streng islamitisch land en de sjeik en zijn kinderen komen telkens met andere ideeën wat betreft de inrichting van het museum en het organiseren van tentoonstellingen. Wieringa krijgt te maken met allerlei intriges, wapenhandel, corruptie, kunstsmokkel en geloofsstrijd. Want de bezittende klasse leeft stiekem een heel ander leven wanneer ze in het weekend volledige verdiepingen afhuren in de duurste hotels. Daar gelden geen regels meer.De schrijver krijgt het steeds moeilijker om hier staande te blijven. Met lede ogen ziet hij aan dat de buitenlandse werknemers als slaven worden behandeld, ook in zijn museum en besluit om te vertrekken.
Prachtig boek, dat een goede inkijk geeft in het leven van de mensen die in Quatar wonen en werken. Heel actueel met het WK in aantocht. Eenmaal begonnen aan dit boek kun je het niet meer wegleggen
Ria Verkooijen – Zuurstofschuld – Toine Heijmans
Tien jaar na het verschijnen van zijn bestseller Op zee een nieuwe roman van Toine Heijmans.
Twee jonge twintigers, Walter en vriend Lennaert ‘Lenny’ Tichy beginnen met een taps toelopende pijler van een brug over de Waal bij Nijmegen. Het duurt niet lang of zij zoeken het hogerop, in de Alpen. Lenny neemt het voortouw, letterlijk. Hij is roekelozer dan Walter, hij sjort en sleept hen de berg op. Zij vestigen zich in Chamonix, aan de voet van de Mont Blanc. Vandaar begint hun ‘bucket challenge’, al bestond daar toen nog geen woord voor. Lenny en Walter, gezworen vrienden, Siamese tweeling door een touw aan elkaar verbonden. De twee vertrouwen elkaar tot in de dood. Want die is altijd dichtbij, bijvoorbeeld als zij zich op voetbrede rotsrichels bevinden met aan weerszijden een honderden meters diep ravijn.
Ze gaan tot het uiterste, Walter en Lenny. Na een berg bedwongen te hebben, lonkt de volgende uitdaging. Nooit is het genoeg, de gretigheid neemt toe in plaats van af. Daarbij zwepen zij elkaar op met verhalen over bergbeklimmers uit het verleden, heldenverhalen die hun voorgangers regelmatig met de dood moesten bekopen. Doorzetten zullen ze, altijd maar doorzetten. De kramp in je benen verdragen, temperaturen van ver onder nul trotseren, klimmen op zuurstofschuld daarboven in het ijle. Desnoods vingers en tenen opofferen, een medaille op je borst.
In de loop der jaren wordt het klimmen er niet eenvoudiger op. Gletsjers smelten en veranderen in de zomer in puin, levenloze steenrivieren. Eens, ooit, zullen ook zij een ‘eerstbeklimming’ doen, een berg overwinnen waar nog nooit iemand hen is voorgegaan.Walter en Lenny hebben respect voor de bergen. De talloze commerciële ondernemingen hebben daar maling aan. Een mierenparade van bergbeklimmers. Zolang er maar voldoende wordt betaald, kun je een trip naar de Mount Everest boeken. Toch beseft Walter: ”Wat wij doen, wat ik doe, is het allerindividueelste, meest egoïstische, allernuttelooste wat een mens kan doen.”
Zuurstofschuld’ is een roman over verbondenheid in eenzaamheid, over de onbeheersbare drang een bepaalde prestatie te leveren, waarbij je weet dat je laatste uur geslagen kan zijn. Blind vertrouwen je enige houvast. Een mooi en fascinerend boek!
Frans A. Brocatus – Al het blauw – Peter Terrin
Met ’Al het blauw’ schreef Peter Terrin zijn negende boek. Voor zijn roman ’Blanco’ en de verhalenbundel ’De Bijeneters’ werd hij voor de (toen nog) AKO- literatuurprijs genomineerd. Zijn roman ’De bewaker’ kreeg in 2010 de Europese literatuurprijs. In 2012 won hij de AKO-literatuurprijs met zijn roman ’Post Mortem’.
Terrin is een uiterst zorgvuldige schrijver. Als je het in de tijd ziet dan is hij bezig, op een zeer zorgvuldige manier, een aanprekend oeuvre op te bouwen. Als grote voorbeelden noemt hij zelf: Willem Frederik Hermans en Franz Kafka. Met een schijnbare achteloosheid zet hij situaties en personages neer. Maar schijn bedriegt, vragen en mysteries dienen zich aan. Waarom handelen mensen zo? Wat beweegt hen? Hoe ontsnappen zij aan heersende normen? Wat zijn hun drijfveren? Ze beschadigen elkaar en keren toch telkens weer naar de schade terug. De stijl van Terrin kent weinig opsmuk, is sober. Hij heeft het grote vermogen om in een paar zinnen een wereld op te roepen. Vrolijk is zijn werk niet. Er is altijd een donkere rand, iets onverklaarbaar. Maar toch blijven zijn personages het proberen, soms tegen beter weten in.
Al het blauw” is een even indringende als fijnzinnige roman over vriendschap en liefde, en over de breekbare zoektocht naar een eigen identiteit. Het is ogenschijnlijk een afgerond verhaal maar het blijft ergens ook ongrijpbaar. Dat komt met name door zijn boeiende, raadselactige personages. En dat “blauw” niet alleen slaat op de kleur van zwembadwater mag duidelijk zijn!
Marianne Nugteren – De jongen die met wolken speelde – Franco Faggiani
De jongen die met wolken speelde is de derde roman van de Italiaanse romancier Franco Faggiani (1948). De roman is een wervelende road trip met veel aandacht voor de natuur en omgeving. Maar er zit veel meer in dit verhaal. Hoofdrolspelers zijn de gepensioneerde archeoloog Filippo Cavalcanti, een man die door zijn vele opgravingen een beroemdheid is geworden, maar iemand die normaal gesproken binnen de lijntjes denkt en doet. Zijn reisgenoot is de jonge en onbesuisde Quintino Aragonese, een banneling uit het eiland Ischia (voor de kust bij Napels), iemand die niet te beroerd is om risico’s te nemen en ‘out of the box’ te denken en te doen.Samen vormt dit bijzondere stel een duo dat waardevolle kunstwerken naar Berlijn moet brengen (het is 1944), maar besluit om ze naar Rome in veiligheid te brengen. Wat volgt is een lange spectaculaire reis door ruige gebieden in Italië, allerlei ontmoetingen met mensen, spanning en avontuur. Door hun gezamenlijke ervaringen ontstaat een bijzondere vriendschap tussen deze twee tegenpolen. De titel heeft betrekking op de afbeelding van de sarcofaag, één van de kunstwerken, en is een vrije vertaling van de oorspronkelijke titel “Non esistono posti lontani “ letterlijk ‘er bestaan geen verre plaatsen’.
Faggiani heeft een vlotte, tot de verbeelding sprekende schrijfstijl die je gemakkelijk meeneemt in het verhaal tegen de achtergrond van de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. De avonturen van de twee tegenpolen worden met spanning en humor beschreven en maken het lezen van deze roman een plezierige ervaring.

Maak jouw eigen website met JouwWeb